Uitvallen: het effect van één negatieve ervaring
Een hond die uitvalt naar andere honden, doet dat eigenlijk nooit “zomaar”. En ook maar zelden “plotseling”. Voor de meeste honden geldt, dat er een historie vooraf gaat aan het uitvallen. Het uitvallen is de climax. Ervaringen die een hond in de loop van zijn leven opdoet, zijn bepalend. Zelfs één negatieve, kan daarvoor al genoeg zijn.
Honden die uitvallen, doen dat vaak omdat ze zich bedreigd voelen. Het is één van de vier manieren (copingmechanismes) waarmee ze kunnen reageren op een prikkel die ze spannend vinden. Het uitvallen is dan het copingmechanisme vechten. Veel honden hebben dit niet als allereerste copingmechanisme. Proberen te ontwijken, vluchten, is vaak meer voor de hand liggend
Logisch
Vaak worden ze in dat copingmechanisme vluchten/ontwijken belemmerd doordat ze aan de lijn zitten. Als de bedreiging dichterbij komt en ze kunnen niet weg, gaan ze over tot bevriezen, gek doen of vechten. Bevriezen is meestal onvoldoende om een dreigende prikkel (bijvoorbeeld een onbekende hond of een onbekende persoon)weg te houden en gek doen kan meestal niet goed aan de lijn. Vechten is daarom daarna de meest logische reactie.
LET OP: dit is geen pleidooi om uitvallende honden niet aangelijnd te hebben!!! Sterker nog; ik vind het belangrijk te benadrukken dat honden die uitvallen aangelijnd moeten zijn als ze ergens zijn waar ze een voor hen bedreigende prikkel tegen kunnen komen. Ook al betekent dat dat ze heftiger uitvallen; je hebt dan in elk geval nog controle, wat je niet of amper hebt als je hond onaangelijnd loopt.
Maar waarom ervaart een hond bijvoorbeeld een onbekende hond of een onbekende persoon als bedreigend?
Vanzelfsprekend verschilt het erg per hond, maar het gebeurt geregeld dat een hond begint met uitvallen na een negatieve ervaring. Die fungeert dan als de druppel die de emmer doet overlopen. Als ik hondeneigenaren help met het uitvallen van hun hond, blijkt dat ze zich niet altijd realiseren hoe heftig zo’n ervaring kan zijn. En dan hoeft het niet een incident te zijn waarbij bijvoorbeeld de hond tot bloedens toe gebeten kan zijn. Ook ergens “simpelweg” van schrikken kan al voldoende zijn als negatieve ervaring!
Onzeker
Het effect van zo’n schrikreactie staat wel nauw in verband met de persoonlijkheid van de hond. Een onzekere hond, is niet hetzelfde als een bange hond (lees dit artikel). Maar een onzekere hond is over het algemeen wel sneller bang. Ter illustratie een voorbeeld uit mijn eigen dagelijks leven.
Ean, onze Flatcoated retriever, was zo’n onzekere hond. Hij was niet bang voor bijvoorbeeld vuurwerk, harde geluiden, voorwerpen etc. Maar moest wel altijd even de kat uit de boom kijken en de hoeveel controle die hij dan daarbij zelf kreeg, was erg bepalend voor zijn reactie.
Zo waren we aan het trainen met een dummy in een open veld. Om ons heen waren tractoren aan het rondrijden, maar die geluiden en de tractor op zich was geen probleem. Totdat… de tractor ineens heel dicht achter Ean kwam rijden terwijl hij eigenlijk gefocused was op de dummy. Hij had dus niet door dat er een tractor aankwam en schrok erg toen hij zag hoe dicht de tractor al bij hem was.
Resultaat?
Een hele tijd heeft hij zich bedreigd gevoeld door tractoren en auto’s die hem achterop kwamen…
Blauwdruk
Eén ervaring is al genoeg.
Dat zie ik terug bij veel uitvallende honden. Na een confrontatie of incident met een onbekende hond, voelen ze zich in bepaalde situaties zo bedreigd dat ze overgaan op het copinmechanisme vechten. Vaak is het wel zo dat ze eerder al wel met (subtiele) lichaamstaal hebben aangegeven dat ze bepaalde prikkels wat spannend vinden. Als je dat als eigenaar zijnde niet herkent en naar handelt, ligt uitvallen als effectief gedrag op de loer.
Zo’n negatieve ervaring wordt een soort blauwdruk. Grisha Stewart, ontwikkelaar van de BAT-methode, omschrijft het als dat zo’n incident een plaatje wordt in het hoofd van de hond. Elke keer dat de hond een prikkel ervaart die lijkt op de prikkel die dat plaatje als resultaat gehad heeft, komt dat plaatje als eerste naar voren. Met andere woorden; zonder dat de hond informatie verzameld heeft en daadwerkelijk weet of de prikkel een dreiging is of niet, gaat hij al over tot actie. Want dat plaatje zit in zijn geheugen gegrift. Het is zijn meest voor de hand liggende reactie geworden, de standaardreactie (zijn “default”).
Verleden
Als je hond uitvalt, denk dan eens goed na over welke ervaringen jouw hond in het verleden gehad heeft met een soortgelijke prikkel. Zijn er situaties geweest waarin jouw hond misschien niet uitviel, maar wel op andere manieren heeft aangegeven dat hij het niet heel erg leuk vond? Hoe heeft de hond het in die gevallen opgelost? En hoe effecties was zijn gedrag daarin, dus; hoe groot is de kans op herhaling?
Daar kan een basis liggen om te begrijpen waarom je hond doet wat hij doet. Als je dat weet, is het meestal ook makkelijker om de emotie en het daaruit voortvloeiende gedrag te veranderen.
Hoe je dat doet?
Kijk op deze pagina voor een overzicht van de diverse mogelijkheden.